Hoe kunnen robots worden ingezet in hightech-montage? Productieomgevingen waar complexe producten in elkaar moeten worden gezet en waarbij de kwaliteitseisen hoog zijn. Dat is een vraag waar Dr.Ir. Dirk Bekke, lector Mechatronica van Saxion, zich dagelijks over buigt. Een lastige vraag, ook al omdat het regionale bedrijfsleven nog onvoldoende handen en voeten kan geven aan een effectieve samenwerking van mens en machine.
Dirk Bekke studeerde Technische Natuurkunde en werkte onder andere als programmamanager Research bij Apollo Vredestein. Sinds 2016 is hij als lector Mechatronica verbonden aan Saxion, waar hij zich met docenten, onderzoekers en studenten richt op het ontwikkelen van robotische en mechatronische systemen en technologieën. En met een duidelijke missie, zegt Bekke: “Saxion moet op het gebied van mechatronica en robotica een regionaal kenniscentrum zijn waarbij de interface tussen onderwijs en bedrijfsleven niet meer zichtbaar is. Dat is noodzakelijk, want als je samen ontwikkelt is dat veel effectiever. Ook voor het bedrijfsleven. Je hebt namelijk een sparringpartner nodig die zegt: ‘heb je daar of daar aan gedacht’.”
Angst voor robotisering kan een rol spelen in de veelal nog huiverige opstelling bij veel bedrijven.
Zinvol
Voor Bekke zijn mechatronica en robotica daarbij het uitgangspunt. De kernvraag is namelijk hoe je mens en machine kunt laten samenwerken en een robot als derde hand in een assemblageproces, maar ook op tal van andere domeinen, kunt toepassen. “Zeker in het kleinere midden- en kleinbedrijf in de maakindustrie is dat nog lang geen vanzelfsprekendheid”, zegt Bekke: “die vormen het toeleverende netwerk voor de middelgrote bedrijven. Je ziet dat het daar nog een ver van mijn bed show is. De dagelijkse operatie draaiende houden vergt al genoeg tijd en aandacht. Bovendien zijn ze vaak niet in staat om een robot aan te schaffen en iemand een half jaar vrij te maken die de robot kan gaan programmeren. Bij bedrijven boven de honderd medewerker is men meer in staat om proces-engineers in te zetten en te besluiten over wat wel en wat niet wordt gerobotiseerd. Wat is wel zinvol om te laten door een robot en wat door de mens? Maar nogmaals, het is vaak een gebrek aan tijd en daardoor is het moeilijk om je als ondernemer een mening te vormen over het toepassen van robots.”
“Het is ook een langzame revolutie”, vervolgt Dirk Bekke: “maar we moeten meebewegen, want doen we dat niet dan verliezen we van de internationale competitie. Als regio als geheel moeten we bij blijven en dat doet het lectoraat als spin in het web. Zo breed moet ook de missie van Saxion zijn. Althans, zo zie ik het wel.” Angst voor robotisering kan een rol spelen in de veelal nog huiverige opstelling bij veel bedrijven. Maar dat is onterecht vindt Bekke: “Veel mensen hebben al een robotmaaier of -stofzuiger. Bovendien heeft een vijfde deel van de wereld zich al reeds aan robots overgeleverd en die heten Facebook en Google; die grasduinen automatisch door onze gegevens. Bang voor het fysieke robotische systeem is dus onzin: gebruik de robot als instrument dat je kunt inzetten.”
Ziekenhuisbedden
De mechatronica-lector voorziet niet alleen een verregaande robotisering in de industrie. Ook aan het maatschappelijk domein gaat robotisering niet voorbij: “De kennis en kunde van de maakindustrie over mechatronica en robotisering zal ook kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld de zorg. Denk dan aan ziekenhuisbedden die ’s avonds autonoom terug gaan naar een plek om te worden gereinigd. Een karretje dat automatisch meerijdt met een verpleegster, opruimrobots die dingen van de vloer kunnen oprapen. Dat komt binnen handbereik omdat de hardware steeds goedkoper wordt.”
Lector Dirk Bekke: “wij zijn het regionale kenniscentrum voor robotica en mechatronica waar gezamenlijk met het bedrijfsleven praktijkkennis wordt ontwikkeld”
Voor bedrijven liggen er grote kansen, vervolgt Dirk Bekke: “Als je de kennis en kunde opbouwt in de robotica, dan kun je die nieuwe OEM’er [Original Equipment Manufacturer, red] worden die een innovatief apparaat ontwikkeld en op de markt brengt. Die kennis en kunde bouw je op door te experimenteren. Onze taak is om te zorgen dat operators op tijd mee kunnen komen. Dat kan door hier robots te hebben waarmee geëxperimenteerd wordt. Ik herhaal het nog eens: wij zijn het regionale kenniscentrum op het gebied van robotica en mechatronica waar gezamenlijk met het bedrijfsleven praktijkkennis wordt ontwikkeld. De samenwerking is belangrijk: men leert elkaar kennen. Als jij de enige bent in een bedrijf die met robotica bezig is en je moet alles alleen oplossen, dan kost dat veel tijd. Stel dat je een sparringpartner hebt bij een ander bedrijf die datzelfde probleem heeft, dan kom je sneller en verder. Kennis dus delen: wie niet kan delen, kan ook niet vermenigvuldigen. Dat is soms lastig want er zijn geheimhoudingsverplichtingen en concurrentiebelangen. Toch zie je ook dát langzaam veranderen, omdat bedrijven inzien dat gezamenlijke ontwikkelingen en innovatie internationaal een voorsprong kan betekenen. Het is ook een kwestie van vertrouwen en netjes omgaan met de informatie.”
Kennisopbouw
Het delen van kennis en daarmee het bedrijfsleven faciliteren is een belangrijke taak van het lectoraat, vervolgt Bekke: “Het lectoraat definieert samenwerkingsprojecten en daarmee zijn wij verantwoordelijk voor kennisopbouw en overdracht. Dat is interessant voor het bedrijfsleven. Die stelt ons een vraag: ‘Ik wil dit of dat graag maar ik weet niet hoe. Beste Saxion, wil je dat voor mij uitzoeken?’ En die vraag kun je neerleggen bij het lectoraat. Ook als kleine mkb’er maar ook als collectief want indien er vijf of zes mkb’ers met zo’n vraag worstelen is er ook rijksfinanciering hiervoor. Wij doen zelf het onderzoek, geven sturing aan de studenten en je krijgt er fysieke kennis voor terug, prototypes en concepten.”
Het lectoraat Mechatronica manifisteert zich in vier richtingen: Unmanned Robotic Systems, Smart Industrial Systems, Modular Robotics en Systems Engineering. Daaronder worden, in samenwerking met uiteenlopende bedrijven en opdrachtgevers, diverse onderzoeksprojecten uitgevoerd. Zo was het lectoraat betrokken bij Buffalo, de landbouwdrone die ontwikkeld is door machinefabriek Boessenkool. Het valt onder Autonome Precisie Landbouw, vertelt Dirk Bekke: “We werken op dat terrein ook aan een autonoom voedersysteem samen met Riwo Engineering waarbij de mengvoermachine volledige onbemand het voer vanuit de kuil naar de stal vervoert. In de moderne melkveehouderij willen de veehouders vaker per dag kleinere porties voer aan het vee geven. Als dat door een robot gebeurt kost dat minder tijd voor de boer.”
Een ander aansprekend project is de ontwikkeling van een tillift. Bekke: “Robots kunnen in de zorgverlening een grote rol gaan spelen. De tillift is daar een voorbeeld van, maar ook een schoonmaakrobot; onderzoekstrajecten die we samen doen met onder andere Roessingh Research & Development, Demcon en zorgbedrijven”. Ook voor de bouwsector wordt onderzoek gedaan. Een voorbeeld is een robot die volledig autonoom de afmetingen van een oppervlakte nameet. “De robot maakt dan een kaart en vervolgens weet de leverancier van de gietvloer exact of de opgegeven oppervlakte klopt.”
Dronedome
Al even revolutionair is dat het lectoraat op korte termijn kan beschikken over de grootste ‘indoor-outdoor-DroneDome’ in de patio van het Ariënsplein in Enschede: een hal waarin drones getest kunnen worden en zelfstandig kunnen vliegen zonder schade te veroorzaken of de veiligheid in gevaar te brengen. Dirk Bekke tot slot: “Daarnaast concentreren we ons ook nog eens op Systems Engineering waarmee we efficiënte ontwerpmethodes ontwikkelen voor bedrijven, toepassingen en producten. En nogmaals, dat allemaal omdat wij het als missie zien om deze regio als innovatieve regio aan kop te houden”.