Nano-technologie. Voor veel ondernemers in de maakindustrie is het nog een brug te ver, maar dat gaat veranderen. Dat is de stellige overtuiging van Martin Bennink, lector NanoBio bij Saxion. Nano-technologie gaat volgens Bennink een groeisprong maken en zal gestaag een onmisbare plaats veroveren. Zover is het nog niet, maar bedrijfsleven en onderwijs moeten zich er nu al op voorbereiden.
Dr. Ir. Martin Bennink kan meerdere toepassingen opnoemen voor deze technologie die perfect past binnen de Hightech Materials & Systems (HTSM) filosofie. Immers, nano is hightech en speelt in smart materials een buitengewoon belangrijke rol. “Veel van de toepassingen zie je nu nog niet in het industriële veld maar in de wetenschappelijke sfeer en hightech omgevingen. Het gaat om hoogwaardig onderzoek waarbij het nano-instituut Mesa+ van de Universiteit Twente een grote rol vervult. Dat is een wetenschappelijke omgeving waar experimenten worden gedaan en nieuwe vindingen worden geboren.”
We moeten opleidingen én mensen aanbieden
Brug
De volgende fase is dat de resultaten van dat wetenschappelijk onderzoek ook naar de praktijk wordt gebracht. “Dat is de brug die wij slaan tussen enerzijds Mesa+, de wetenschap, en de praktijk, de toepassing. Wij halen het uit de experimentele fase, kijken wat we ermee kunnen en brengen het verder naar het bedrijfsleven. De slag tussen het lab en de praktijk, die maken wij”, aldus Bennink.
Die belangrijke vervolgstap wordt veelal gezet voor kleinere hightechbedrijven en start-ups, waarvan er verschillende rondom de UT-campus zijn gevestigd. “Denk aan start-ups op het gebied van microfluidica waar gewerkt wordt aan concepten als lab-on-a-chip, maar ook organ-on-a-chip. Vanuit die experimentele fase moet aan dat product nog veel worden gedaan. Er moet veelal nog elektronica en software worden toegevoegd, verschillende delen moeten worden geïntegreerd en soms moet er voor een product ook nog een smaakvol design komen. Allemaal zaken die vanuit Saxion, met onze multidisciplinaire aanpak, lectoraten en studenten uit verschillende studierichtingen gerealiseerd kunnen worden.”
Martin Bennink: “De slag tussen lab en praktijk, die maken wij”
Maakindustrie
Waar bij de start-ups vanuit de universitaire omgeving hoog wetenschappelijke innovatie diep in de vezels zit, zullen in midden- en kleinbedrijf en maakindustrie de toepassing en mogelijkheden van nanotechnologie nog niet de allergrootste prioriteit hebben. Onbekendheid speelt daarbij zeker een rol, constateert de lector NanoBio: “We laten ons te weinig zien. Kijk, in Twente zijn we als vanouds al wat bescheidener, aan de andere kant zal een ondernemer met een idee of een probleem ook nog niet zo snel bij een hogeschool of universiteit aankloppen. Die drempel moet wat dat betreft lager.”
Hij en zijn docenten, onderzoekers en studenten proberen daarin verandering te brengen door het onderzoek dichterbij de applicatie te brengen. Als voorbeeld noemt Bennink Future Pipe Industries dat als spin-off van Wavin, buizen maakt van glasfiber en epoxy. “Die buizen worden onder meer gebruikt voor het transport van water en olie. Maar als de vloeistof warm is dan worden de buizen zacht en kunnen ze gaan lekken. Wij doen voor het bedrijf nu een onderzoek of wij die buizen kunnen verbeteren door nano-materiaal toe te passen in de productie van deze buizen.”
Multidisciplinair
Een ander terrein waarin nanotechniek een grote rol gaat spelen is de ontwikkeling en toepassing van nieuwe sensoren. “Wij richten ons daarbij nu vooral op het forensisch domein. Bijvoorbeeld, kun je gassensoren inzetten bij een brand of bij opsporing van illegale labs voor synthetische drugs? Bij een brand komen gassen vrij en die wil je zo snel mogelijk detecteren. Of je kunt sensoren gebruiken die meten of er grondstoffen aanwezig zijn die nodig zijn voor de productie van drugs. Je wilt in al die gevallen sensoren hebben die goedkoop, goed reproduceerbaar en bovendien duurzaam zijn. Je kunt je voorstellen dat iedere brandweerman zo’n sensor in zijn pak heeft zodat hij tijdig wordt gewaarschuwd indien het niet veilig is.”
Bennink vervolgt: “Dat wij binnen ons lectoraat sensoren ontwikkelen is ook omdat de samenleving alles wil weten en voortdurend data ter beschikking wil hebben. Je wilt straks op je smartphone de hoeveelheid roetdeeltjes meten. In de zorg, ook daar zullen sensoren meer worden toegepast.” Het lijkt met nanotechnologie op het eerste gezicht weinig te maken te hebben, maar juist dankzij nano kunnen steeds kleinere sensoren ontwikkeld worden. Sensoren die bijvoorbeeld in materialen kunnen worden verwerkt. “De kracht van Saxion is dat wij al die kennis in huis hebben. Het vergt de attitude van multidisciplinair werken en het respecteren van de input van anderen, maar dan bereik je wel de gewenste resultaten.”
Martin Bennink studeerde Technische Natuurkunde aan de Universiteit Twente en realiseerde twee onderzoeksprogramma’s bij Mesa+. Het lectoraat dat hij thans leidt, beweegt zich in feite tussen natuurkunde, biologie en chemie. Kennis daarvan komt van pas bij een aansprekend onderzoeksproject waarbij gekeken wordt of kunststof oppervlaktes kunnen worden voorzien van een nanostructuur die antibacterieel en vuilafstotend is. De natuur zelf blijkt de oplossing al te hebben gevonden. “De vleugels van libellen hebben een structuur waar zich geen vuil of bacteriën aan hechten. Dat zou weleens de oplossing kunnen zijn voor de oppervlaktes van tal van producten.”
Potentie
Zoals gezegd zijn onderzoeksprojecten binnen het lectoraat NanoBio doorgaans in opdracht van hightech georiënteerde bedrijven. De maakindustrie overziet de vele toepassingsmogelijkheden nog niet. Daarom is er veel werk te verzetten. “Er is zeker een stuwmeer vol kansen voor nanotechnologie. We moeten nano-awareness creëren. Het laten zien, zodat die ondernemer met een plan of een vraag zich hier meldt. Maar veelal weet men nog niet welke enorme potenties nanotechnologie heeft. Tegelijkertijd moeten we jongeren opleiden in dit vakgebied. Want die zijn straks hard nodig voor al die bedrijven die nanotechnologie toepassen.”, aldus Bennink.
Hij vervolgt: “Deze regio heeft gekozen voor HTSM. Met het nano-instituut Mesa+ en de nanotechnologie lectoraten van Saxion hebben wij in ons land op nano-gebied een grote impact. Ik vind dat we dat veel meer moeten uitstralen naar buiten toe en ons daarmee sterker profileren in het land. Mensen uit het westen moeten hier willen werken omdat het híer gebeurt!” Het zal nog tijd vergen voordat nanotechnologie is doorgedrongen tot in de haarvaten van de samenleving, besluit Martin Bennink: “Kijk, we hebben ambitieuze doelstellingen en in dat kader mag je spreken van missiewerk.”